A Vøyage: Solo door Seoul

Na een Trans-Siberisch avontuur van 50 dagen bereiken reiscompagnon Ab en ik The Far East, het verste oostelijke punt over land en het eindpunt van de Trans-Siberian Railway. In de haven van Vladivostok nemen we afscheid van Rusland. Onze motoren zijn ingescheept en de misthoorn van de Eastern Dream luidt het einde van onze trans-Siberische doortocht in. Lenin wijst ons nog een laatste keer de weg oostwaarts.

De boot is rustig en roestig. De loopbrug oplopen, voelt al een beetje als een grens oversteken. Aan boord vind je voornamelijk Japanse en Koreaanse producten en vrolijke Aziatische deuntjes en reclame. Alles is hier al kawaii. De clash met masculien Rusland kan amper groter.

Er valt aan boord weinig meer te doen dan te genieten van een Boss Coffee Rainbow blend, wat matcha ijs en teriyaki op de bbq, terwijl we naar mensen staren op een klein krukje op het dek. ‘s nachts slapen we tussen Russen, Japanners en Koreanen in kleine stapelbedjes op een slaapzaal van 60 personen. De Japanse Zee schommelt ons oosterse dromen in. Nog geen etmaal later zullen we in Zuid-Korea stranden.

Koreaanse bbq

Langer reizen is leren loslaten en de dag nemen zoals die komt. En dus verlaten we Rusland zonder plan of verwachtingen. Hoe en waar we Abs defecte BMW straks weer aan de praat krijgen, zien we nog wel. Die overgave aan het onbekende zorgt voor een nieuwe soort gemoedsrust.

En terecht, want bij een biertje op het dek ontmoeten we Hong Jeong Soo. De Koreaanse motorrijder had ons bij de migratiedienst gespot en komt ons gezelschap opzoeken. Bij het horen van ons Siberisch pechverhaal, biedt hij ons meteen een Koreaanse transportoplossing aan. Zijn vriend is mechanieker in de haven, zijn thuisstad Seoul en zijn beslissende handdruk stevig als die van een sumoworstelaar.

Op zijn aanraden laten we Abs motor achter in een repair shop in Donghae, waar de kapotte generator opnieuw wordt gewikkeld en een week later opnieuw zijn dienst zou bewijzen.

Intussen zouden we Zuid-Korea met z'n tweeën op mijn KTM 790 adventure verkennen. Maar niet voordat ons opnieuw een lokaal feestmaal wordt voorgeschoteld, door Jeong en Yeon, die ons de hele dag met de motor op sleeptouw nemen.

In Gangneung - een van de hoofdsteden van de Olympische winterspelen van 2018 - maken we een pitstop voor een banchan tafel: een traditionele Koreaanse maaltijd met bijgerechtjes als kimchi, rijst, bulgogi bbq beef, zeewier, soep, tofu… We hebben in weken niet meer zo kleurrijk en smakelijk gegeten.

Explosie van kleur

Die avond gidst Jeong ons via de kust en door het binnenland naar zijn thuisstad Seoul. Zuid-Korea heeft veel weg van Japan, maar dan een tikkeltje vrijer, gemoedelijker en minder gedisciplineerd. Alsof we in een veilige schoot vallen, na de veeleisende passage door de voormalige Sovjet-Unie en Mongolië. Landen waar de armoede je in het gezicht slaat en de dreiging tastbaar is in de vorm van de pest, zwerfhonden, grondverzakkingen, berenklauwen en Siberische tijgers.

Het land verwelkomt ons met felle geuren, mistige bergtoppen, dennenbossen en de beste cold brew coffee in tijden. Hier lijkt alles een lieflijke miniatuurversie van de echte wereld, met ronde vormen, vrolijke kleuren en deuntjes. Zelfs de politieborden en militaire basissen ogen schattig.

Seoul binnenrijden duurt dan weer uren: omdat de stad zo ontzaglijk groot is én omdat de wegen een doolhof zijn als je de borden niet kan lezen. De stad mixt oud met nieuw en retrofuturistisch en kruipt meteen onder m’n vel. Want ondanks haar 9,7 miljoen inwoners voelt ze nooit te overrompelend aan. We zoeken een hotel en droppen de motoren veilig in een ondergrondse parkeergarage.

De volgende dagen slenteren we door de bloedhete stad. We zoeken verkoeling op in musea, ateliers en pop-up restaurants. We vergapen ons aan de boeddhistische tempels, high-tech metro's en rooftopbars in Itaewon en Gangam District. Het voelt als een aanval op de zintuigen, na de eindeloze leegte van Mongolië en Siberië. Wereldreizen is geprikkeld worden zonder filter.

Kunstenaarsdorp

We glippen - of was het glibberen - de stad uit richting Art Valley Heyri: een kunstenaarsdorpje en -commune op amper een uurtje rijden van Seoul. Bedacht en gerealiseerd door de gelijknamige schrijver en uitgever, en thuishaven voor meer dan 400 schilders, fotografen, muzikanten, architecten and schrijvers. Brutal vibes: check.

Heyri's visie en de Tadao Ando minded architectuur, brengen me in gedachten meteen terug naar de Japanse kunsteilanden Naoshima en Teshima. Ook al is dit dorpje veel kleiner, bescheidener is het zeker niet. Een feest voor minimalisten en al wie van urban jungles houdt...

Alleen de kilometerslange prikkeldraad langs de hoofdweg richting Paju doet vermoeden dat Noord-Korea en de demilitarised zone amper 6 kilometer verderop lonkt.

Neon golven

Tijdens de laatste week van onze binnenlandse trip, verkennen we de groene heuvels en ruilen we de motor ook even in voor een surfplank in de Japanse Zee. De Koreaanse oostkust doet in het westen misschien niet meteen een belletje rinkelen als surfwalhalla, maar daar lijkt snel verandering in te komen. De Koreanen hebben de surfsport er nog niet zo lang geleden 'ontdekt', omdat vele stranden tot voor kort nog tot ontoegankelijke militaire zone richting Noord-Korea behoorde.

Vandaag worden de stranden met mondjesmaat vrijgegeven, al worden vele zones nog steeds streng bewaakt en geldt er een strikt nachtverbod na 22u. De surfscene is hier nieuw, het enthousiasme des te groter. Vandaag spot je er vooral Koreaanse en Chinese toeristen... En een verdwaalde Belg en Nederlander. Salt, sweat and the ocean: niksen als een pro.

Tot in de kist

We eindigen onze lus opnieuw in Seoul en geven de motoren een paar dagen voor onze vlucht naar Vancouver af in een depot, waar ze op maat bekist zullen worden. Je motor de grens over exporteren en importeren vraagt geduld en brengt telkens weer een papieren mallemolen op gang. We demonteren de motoren, om ze zo compact mogelijk te maken: het gewicht van je pakket wordt niet immers gewogen maar berekend per kubieke meter. We herschikken, puzzelen en peuteren tot op de laatste centimeter.

Intussen zitten we aan onze twaalfde grensovergang. Customs clearance, tijdelijke toegangsstickers, lokale verzekeringen... In elk land krijg je een stapel onverstaanbare formulieren voorgeschoteld, waarmee je van het kastje naar de muur en terug wordt gestuurd om de juiste stempeltjes te verzamelen.

Papieren die je maar beter niet verliest, of je geraakt een paar weken later het land niet meer uit. Met alle dwangneuroses, klamme handjes en paniekaanvallen tot gevolg. Want, waar had ik dat kleine gele papiertje nu ook alweer gelaten?

Bovendien heeft elk land ook zijn eigen wetten. Zo betaal je in Zuid-Korea al gauw 250 dollar voor een week verkeersbelasting én mag je er met je motor dan nog geen enkele motorway of expressweg op. Ook op Google maps hoef je hier niet te rekenen om je door het doolhof van straten en stegen te loodsen in deze megastad, want door de nabijheid van Noord-Korea werd die hier verboden. Navigeren voor gevorderden.

Uiteindelijk vliegen onze motoren ons een tweetal dagen later achterna richting Vancouver, de Stille Oceaan over. Ook het ‘unboxen’ blijkt een administratief karwei. En vooral een fijn terugzien. That Christmas feeling! Eenmaal in Canada mogen we de kist als 'import' clearen bij de douane. Wij doen dat liever zelf, maar dat kan ook via een shipping agent ter plaatse. Uitpakken en wegsjeezen. Klaar voor een 10.000tal km in Canada en de VS. Maar eerst: nieuwe banden en een groot onderhoud.

Lees ook: